Gerestaureerd rouwbord Mackay teruggeplaatst

Op maandag 29 juni jongstleden is het achttiende-eeuwse rouwbord voor Daniel Mackay, kapitein van een compagnie Schotse soldaten in Staatse dienst, teruggeplaatst in het onlangs volledig gerenoveerde pand van de Hoge Raad van Adel.

Vergroot afbeelding
Het wapenbord Mackay is na een maandenlange restauratie weer terug op zijn vertrouwde plek in het pand van de Hoge Raad van Adel

De afgelopen maanden is het rouwbord vakkundig gerestaureerd en in oude luister hersteld door meubelmaker en -restaurateur Bert van de Burgt uit Wijk bij Duurstede en heraldisch schilder en restaurator Rómulo Döderlein de Win uit Maartensdijk.

Het rouwbord verkeerde in slechte staat, mede door houtwormbeschadiging en ondeskundige overschilderingen in het verleden. De restauratoren hebben geprobeerd zo veel mogelijk oorspronkelijke details weer naar boven te brengen. ‘Een hele uitdaging’, aldus Döderlein de Win, ‘vooral omdat er in het verleden al heel veel mee gerommeld was’.

Vergroot afbeelding
De beide restauratoren hebben het wapenbord Mackay teruggeplaatst in aanwezigheid van de voorzitter en secretaris van de Hoge Raad van Adel. Van links naar rechts: mr. Marc Scheidius, secretaris van de Raad, de beide restauratoren Rómulo Döderlein de Win en Bert van de Burgt, en jonkheer mr. Pieter de Savornin Lohman, voorzitter van de Raad

Het gerestaureerde rouwbord Mackay maakt deel uit van een viertal Utrechtse rouwborden in de collectie van de Hoge Raad van Adel die verband houden met leden van de familie De Geer en de aanverwante geslachten Mackay, Tamminga en Utenhove. Daniel Mackay (1744-1782), voor wie het rouwbord is vervaardigd, stamde uit een oud Schots adellijk en militair geslacht. Hij huwde in 1772 met Isabelle Constance de Geer van Rijnhuizen (1752-1777).

De vier wapenborden hingen oorspronkelijk in de Sint Nicolaaskerk aan het Kerkveld te Jutphaas. Die kerk is in 1820 wegens bouwvalligheid afgebroken. De wapenborden zijn toen overgebracht naar kasteel Rijnhuizen te Jutphaas en tot slot in 1958 naar de Hoge Raad van Adel, destijds gevestigd in een pand aan de Haagse Zeestraat.