Prijs voor Unico Allard Alberda

Onlangs kon de Hoge Raad van Adel een bijzondere aanwinst aan zijn collectie toevoegen: een prijsboek, dat jonkheer Unico Allard Alberda van Menkema in 1819 voor zijn ‘meer dan gewone vlijt’ op school had gekregen. Deze ‘prijs van eer’ voor de zestienjarige edelman blijkt in een lange onderwijstraditie te hebben gestaan.

Vergroot afbeelding
Beeld: Hoge Raad van Adel
Prijsboek voor jonkheer Unico Allard Alberda van Menkema

Het stimuleren van het eergevoel onder leerlingen was eeuwenlang de belangrijkste grondslag van de pedagogische methodiek. Dat was ook in Nederland zo. De Latijnse scholen in de Republiek zijn dan ook wel eens omschreven als ‘kleine competitie-maatschappijen’. 

Het belonen van leerlingen voor hun prestaties door middel van ‘prijsboeken’ speelde op deze scholen een centrale rol. Twee keer per jaar werden prijsboeken uitgereikt tijdens een openbare promotieplechtigheid. Vaak werden die in de kerk gehouden. De leerlingen uit de hoogste klassen van de Latijnse school hielden dan een oratie, daarna ontvingen de beste leerlingen van de lagere klassen hun prijs: een in een fraaie band uitgegeven werk, meestal voorzien van een goudstempel met stadswapen en opdracht. 

Vergroot afbeelding
Beeld: Hoge Raad van Adel
Opdracht van P.J. Runckel in het prijsboek voor jonkheer Unico Allard Alberda van Menkema

In de eerste helft van de negentiende eeuw beleefde het prijzensysteem een bloeiperiode. Het door de Hoge Raad van Adel verworven prijsboek werd op 30 juni 1819 uitgereikt door P.J. Runckel, die in Hoogezand een gerenommeerde kostschool leidde. Runckel beloonde zo jonkheer Unico Allard Alberda van Menkema (1803-1859) voor de ‘meer dan gewone vlijt, gemaakte vorderingen en goed gedrag’ in het afgelopen schooljaar. 

Het prijsboek was de klassieker Het vaderland uit 1791, van de hand van de bekende pedagoog Johannes Florentius (Jan Floris) Martinet en de iets minder bekende Gerrit van der Jagt. Het boek bevat ingekleurde kaarten en een beschrijving van alle provincies, plus afbeeldingen van standbeelden en graftombes van vaderlandse helden als Erasmus en Hugo de Groot.

Vergroot afbeelding
Beeld: Hoge Raad van Adel
Standbeeld van Erasmus op de Grote Markt van Rotterdam. Gravure in Het vaderland (1791) na bladzijde 138

In de opdracht die Runckel in het boek schreef, lijken nieuwe opvoedingsidealen door te klinken die in de achttiende eeuw waren opgekomen. Niet het aanwakkeren van competitie stond daarin centraal, maar het belonen van het ‘deugdzame kind’.

Verder lezen

Jan Spoelder, Prijsboeken op de Latijnse school. Een studie naar het verschijnsel prijsuitreiking en prijsboek op de Latijnse scholen in de Noordelijke Nederlanden, ca. 1585-1876, met een repertorium van wapenstempels (dissertatie; Amsterdam-Maarssen 2000).